Sprookje – De Helikon

Er was eens – heel lang geleden – een kleine Helikon. Hij had een rond lijfje, kousen met rode-witte strepen, en gele laarsjes.

Helikon stepping forward

Op zijn hoofd had hij – net als elke andere Helikon – een heel fijne “antenne” om alles goed aan te voelen, en bovenop die antenne, een schroefje dat de richting en de kracht van de wind aangaf.

Onze kleine Helikon had ook een zwart glimmend vizier, waardoor je zijn ogen niet kon zien. Maar zélf zag hij je wèl.

Dat zwart glimmend vizier was eigenlijk iets dat hij van Papa & Mama Helikon had meegekregen bij de geboorte. Papa & Mama Helikon droegen zelf ook al heel lang een zelfde soort vizier. In Helikon-land moest je namelijk zo’n vizier dragen als je iemand van wie je erg hield was verloren.

In het begin liep alles schijnbaar normaal voor onze kleine Helikon. Hij was mooi gevormd, kon erg goed klimmen, en had een pienter stel hersens waardoor hij makkelijk alle opdrachten tot een goed einde bracht.

Maar hij had al snel het gevoel dat Mama Helikon hem testte, en probeerde hoever ze hem kon plagen voordat hij kwaad werd. En soms lukte dat wel eens. Ik herinner me een keer dat hij alle deuren van het huis met de schroef van zijn antenne had beschadigd. Gewoon om te laten zien hoe boos hij wel was.

Papa en Mama Helikon waren zelden boos. Onze Helikon herinnerde zich dan ook nog goed die ene enkele keer wanneer zijn Papa toch eens heel boos was geworden. Dat was toen Papa het vizier van zoonlief probeerde op te poetsen. Die vond dat poetsen helemaal niet leuk en liet dat dan ook merken. Papa werd toen zo boos dat hij toen gewoon het poetsdoekje tegen het plafond van de Helisfeer had gegooid. Die plek kan je nu nog goed zien 😉

Naarmate onze kleine Helikon groot werd, ontwikkelde zich bij hem ook een sterk verlangen om de antennes en schroefjes van de Helika’s te bekijken. Dat was in die tijd eigenlijk heel erg verboden en vies. Mama Helikon had hem daarvoor al eens een oplawaai gegeven. Er was toen iets geweest met het buurmeisje of de buurvrouw of misschien beide. Daar zijn de oude boeken niet zo duidelijk over.

Mettertijd kreeg onze kleine Helikon – je kon dat zien aan een zekere matheid van zijn doorgaans glimmende zwarte ondoorzichtige vizier – iets droevigs over zich , ja zelfs iets van boosheid en geweld. Dat kwam omdat onze kleine Helikon had ontdekt dat hij een spraakgebrek had: hij kon het woord “ja” niet goed uitspreken. En het woord “nee” lag ook erg moeilijk. Vooral de eerste lettergreep van deze twee woorden kreeg hij moeilijk uitgesproken.

Hij bleef een hele tijd rondlopen met dit spraakgebrek, zonder het echt te verzorgen.

De Helisfeer van de Helikons lag in een groot bos. In het bos stonden veel oude en grote bomen. Het bos was ook heel dicht begroeid met varens, paddestoelen, en turquoise bloemen.

Helikon frontal with trees at horizon

Onze kleine Helikon maakte dikwijls lange verkenningsochten in het bos. In het begin was dat leuk, maar naarmate de Helikon dieper in het bos trok, raakte hij bevangen door een diepe angst. Zou hij zijn weg nog terug vinden ?

Hoe dieper in het bos, hoe meer hij de aarde kon ruiken. De vochtige geur van natte bladeren maakte hem soms misselijk. En soms overviel hem de dwang om snel weg te lopen. Waren die bomen wel écht ? En wat zaten die grote uilen daar constant the oe-hoe-en ? De kleine Helikon wou tot elke prijs vermijden dat de uilen zagen dat hij bang was.

En om zich te bewijzen klom hij in de hoogste bomen, en sprong er dan – met de handen voor zijn zwarte vizier – zonder enige bescherming uit. Het was alsof hij tegen het bos wou zeggen: kijk eens wat ik kan, kijk eens wat ik durf ! Maar de bomen bleven gewoon staan waar ze stonden, en deden alsof ze hem niet zagen.

Op een mooie zomerdag – tijdens een van die trektochten door het bos – was onze kleine Helikon heel diep in het bos gegaan. Door de dikke kruinen van de bomen kwam nog maar een heel klein beetje zonlicht.

Helikon meets fairy

En plots, ineens, uit het niets, stond daar een oude fee voor hem, met groene ogen. De fee vertelde over de man in haar leven die zij verloren was, over de eeuwige zomer in dit sprookjesbos, en over het zwarte vizier dat ze weigerde te dragen. De Helikon was erg aangetrokken tot deze gedachte.

Maar de oude fee met de groene ogen koelde al snel zijn enthousiasme door hem duidelijk te maken dat hij enkel maar in een sprookje was beland, alsof het slechts een droom was. Een sprookje van kabouters, feeën, en tovenaars, enfin… een sprookje van zoeterige kunstmatigheid en on-echtheid dat iedereen wel kent vanuit zijn jeugd.

De fee met de groene ogen maakte een paar snelle cirkelvormige bewegingen met haar toverstaf, sprak een heel erg lange toverspreuk uit en uitte toen de wens uit dat de Helikon snel wakker zou worden uit dit sprookje en op zoek zou gaan naar de échte wereld: die wereld van de échte grote verhalen, van échte liefde, van échte goedheid, en waar de bewoners niet meer probeerden om het kwade te beperken, maar het goede als fris gras lieten groeien. Zonder er aan te trekken, of zonder er aan te strelen.

Onze kleine Helikon geloofde zijn oren niet. Was dit allemaal wel mogelijk ? Zou zo’n wereld bestaan ?

Toen de fee hem op het einde van de toverspreuk aanraakte met de toverstaf was het alsof er een schok door het lichaampje van onze kleine Helikon ging: het was een weldadige warme zachte stroom die door zijn adertjes vloeide, zoals warme konfituur. De fee met de groene ogen vertelde hem dat dit nu “crostipana” was, het manna dat door zoveel Helikons als ultieme doel werd nagestreefd.

De Helikon ging vanaf nu heel erg op zoek naar die échte wereld. Maar hoe meer hij ernaar zocht, hoe minder hij vond en hoe lastiger hij werd.

Hij zocht en zocht en zocht. Hij kamde het hele bos van voor naar achter uit.

Niets kon hem nog bekoren.

Tijdens een van die zoektochten vond de kleine Helikon – heel vroeg in de morgen, de zon was net op – een goudkleurig kistje onder een grote eikenboom. De ochtenddauw glinsterde nog op het kistje. Het was heel mooi gemaakt, met inlegstukjes van veelkleurige edelstenen en parels.

Het kistje was gesloten. Er zat waarschijnlijk een hele grote schat in.

Onze Helikon probeerde het kistje open te maken. Eerst met een grote bos namaak-sleutels, en toen dat niet lukte, probeerde hij het open te wrikken met een tak van de eikenboom. En toen dat ook niet lukte gooide hij het kistje heel hard naar beneden van een steile rotswand. Het kistje bleef potdicht.

Ten einde raad, trok hij met het kistje naar de wijzen van het Helikon dorp.

De eerste wijze stelde voor om het kistje onder water te duwen tot het van vocht zou barsten.

De tweede wijze stelde voor om naar een ander land te trekken waar het kistje gemaakt was. Daar zouden ze allicht nog passende sleutels hebben.

De derde wijze zei dat er waarschijnlijk niets in het kistje zat, en dat onze Helikon het kistje gewoon uit zijn gedachten moest zetten.

Niets van dit alles hielp.

Uiteindelijk stapte onze kleine man naar de Grote Helikon van het Helikon dorp. De Helisfeer van de Grote Helikon was heel erg groot en zag er een beetje somber uit.

Helikon meets wide man

De Grote Helikon zelf had een lange grijze antenne, de schroef was helemaal versleten, en had een grote bruine vlek op zijn vizier.

Toen hij het verhaal van onze Helikon hoorde, sprak hij met diepe stem: “Lieve kleine man, je zal het kistje een tijdje bij mij moeten laten. Ik zal het kistje met speciale toverdranken en -spreuken verzorgen, en het weer helemaal oppoetsen”.

Toen de Helikon het kistje achterliet, werd hij bevangen door angst: zou hij het kistje nog wel weerzien ? Zou de Grote Helikon het kistje geen verkeerde toverdrank geven ?

Toen na een paar weken de Grote Helikon hem terug bij zich riep, en het kistje teruggaf aan onze kleine Helikon, zei hij: “Je moet dit kistje heel erg vertroetelen, driemaal daags heel zachtjes op het deksel van het kistje strelen, en er elke dag heel lief tegen praten, en als je dat lang genoeg zal doen, zal het kistje opengaan.”

Onze kleine Helikon streelde nu elke dag het kistje. En kijk, na precies 3 weken klikte het slot van het kistje. Hij moest nog even wrikken aan het dekseltje, en toen ging het echt open.

Helikon looking at kistje

Het kistje was vanbinnen heel mooi afgewerkt: het was volledig afgezet met zachte rode zijde, het was precies een kussentje, een zacht bedje.

En in het midden van die rode zachte zijde lag – en dat was toch wel een grote verassing – een ander héél klein mini-kistje. Het was het mooiste kistje dat men zich maar kon inbeelden. Een mini-sleuteltje lag ernaast om het open te maken.

Toen onze kleine Helikon dat mini-kistje voorzichtig opendeed, lag er een briefje in. Op het briefje stond:

xxx

“Je bent hierheen gekomen met koffer vol geheimen die heel zwaar woog. Deze koffer ben je stilaan aan het openen. Op het einde van deze reis zal deze koffer opnieuw gevuld zijn. Deze keer met licht, kracht en nog meer liefde. Dank zij al die leuke dingen erin, zal de koffer zeer licht aanvoelen.”

xxx

Onze kleine Helikon wist dat hij nu niet verder moest zoeken. De antwoorden op al zijn vragen lagen eigenlijk in hemzelf. Vanaf die dag was de Helikon niet meer bang in het bos.

 

Einde

 

 

Petervan Fairy Tales © 2018

Tekst en illustraties door @petervan

Engelse versie hier.

3 thoughts on “Sprookje – De Helikon

  1. Pingback: Fairy tale – The Helikon | Petervan's Blog

  2. Hey Helikon fijn je te ontmoeten
    Ik vond het altijd fantastisch om over de helikon bezig te zijn! En naar het helikon sprookje te luisteren nu zou het nog veel fijner zijn dat dat sprookje werkelijkheid wordt!
    Zou je het fijn vinden om bij ons te wonen?
    Ja hoor zegt de helikon.
    Oo super maar hoe kan dat want voor mij ben je bij mij denkbeeldig maar hoe kan je nu tastbaar bij ons zijn?
    Ik kan proberen met mijn prachtige gele laarsjes op de trampoline tot bij jou te springen, ‘wat dacht je’? Kan je proberen of mss kan je met een vliegtuig naar hier vliegen. Maar niets werkte. Ik ga eens nadenken over jou uit te vinden het is te zeggen dat deed mijn papa al maar ik ga proberen jouw uit te vinden dat je tastbaar bent. Ik heb nog over jou soort van gedroomd deze nacht dat ik heel de nacht jouw vast had jouw bollig lijfje. Vind jij mij eigenlijk leuk?
    XxX Astrid -> dochter van Peter

  3. Pingback: Smoothie – Sitetitel

Leave a reply to astridvda Cancel reply